Is uw werknemer 8 weken arbeidsongeschikt, dan moet er volgens de Wet Poortwachter een Plan van Aanpak zijn/worden gemaakt. Het plan van aanpak wordt samen met uw medewerker en een casemanager opgesteld. De casemanager is verantwoordelijk voor de opbouw van het re-integratiedossier. De casemanager is ook het aanspreekpunt voor de werknemer, arbo- of bedrijfsarts, arbeidsdeskundige en het UWV. Een casemanager kan iemand binnen uw bedrijf zijn, bijvoorbeeld uzelf, of een externe deskundige.
In het plan van aanpak worden afspraken over zijn/haar functiemogelijkheden gemaakt en vastgelegd. Ook wordt het advies van de bedrijfsarts hierin meegenomen. In het plan moet duidelijk naar voren komen wat er zal worden ondernomen om passend werk te vinden voor uw medewerker en of dit binnen of buiten uw bedrijf zal gebeuren.
Een plan van aanpak bestaat uit een formulier en een verslag. De casemanager vult het formulier samen in met uw werknemer. In het verslag beschrijft de casemanager in het kort wat de gemaakte werkafspraken zijn en hoe deze moeten worden bereikt. Beide documenten worden door uw werknemer ondertekend en opgenomen in zijn/haar re-integratiedossier.
Wat staat er in een Plan van Aanpak:
Een plan van aanpak kan/wordt door de casemanager aangepast als de gezondheid van uw medewerker verslechtert of verbetert en waardoor de gemaakte afspraken en doelen niet meer realistisch zijn.
Het is daarom belangrijk dat een casemanager goed contact onderhoudt met uw werknemer, zodat de casemanager snel bekend is met eventuele veranderingen. Eventuele wijzigingen in het plan van aanpak worden ingevuld op een speciaal formulier. Dit formulier moet u ook aan het re-integratiedossier van uw zieke medewerker toevoegen. Let er altijd op dat het totale dossier bij de Wet Poortwachter op volgorde wordt opgebouwd.
Vanuit het plan van aanpak moet duidelijk worden wat er gedaan gaat worden om passend werk te vinden voor uw medewerker en of dit passende werk binnen of buiten uw bedrijf wordt gezocht. Dit zoeken wordt wel het 1e of 2e spoor genoemd. De situatie kan echter ook zo verbeteren dat hij/zij haar werk gedeeltelijk weer kan hervatten in spoor 1 en 2. Blijkt echter dat de situatie zo ernstig is dat deze de komende 5 jaar niet zal veranderen, dan kan uw medewerker een verkorte WIA-aanvraag bij het UWV indienen. De re-integratie verplichtingen komen dan te vervallen. Wel is het verstandig om door te gaan met de re-integratie van uw medewerker tot het uiteindelijke oordeel bekend is.
Wordt uw werknemer arbeidsongeschikt dan moet hij/zij in eerste instantie in zijn/haar werk re-integreren. Is dit niet mogelijk, dan bent u als werkgever verplicht uw werknemer passend werk in een andere functie binnen uw bedrijf aan te bieden, indien zo'n functie beschikbaar is. Dit heet het 1e spoor.
Is er geen passende arbeid beschikbaar, dan zult u als werkgever samen met uw werknemer moeten zoeken naar passende arbeid voor hem/haar buiten uw bedrijf. Dit is het 2e spoor.
In het 1e spoor wordt dus onderzocht of er voor uw werknemer een passende functie (arbeid) binnen uw bedrijf is. Dit kan zijn/haar huidige functie zijn of een totaal andere functie. De begeleiding bij het 1e spoor is een onderdeel van het totale re-integratiedossier.
Bij het 1e spoor wordt onder andere gekeken naar:
De bovengenoemde punten komen ook voor onder stap 3 bij de
6 wekelijkse Voortgangsrapportages.
Het kan al snel duidelijk worden dat uw zieke medewerker niet meer bij u kan blijven werken. Als dit het geval is dan start de casemanager het 2e spoor. Hierbij wordt er naar een (gedeeltelijke) passende functie bij een andere werkgever gezocht.
In het re-integratiedossier van uw medewerker moet bij spoor 2 onderstaande duidelijk staan vermeld:
De gezondheid van een arbeidsongeschikte werknemer kan verbeteren. Zo kan er een punt komen waarop de werknemer weer deels aan het werk kan binnen zijn of haar functie (soms met arbeidstherapie). Dit kan echter binnen uw bedrijf of bij een andere werkgever zijn. Gaat uw werknemer gedeeltelijk weer aan het werk dan wordt ook hiervan melding gemaakt in haar/zijn re-integratiedossier.
Tevens moet u bij gedeeltelijke werkhervatting kijken of uw medewerker een ziektewetuitkering ontvangt. Indien dit het geval is, moet u dit aan het UWV melden. Een werknemer die een ziektewetuitkering ontvangt, kan namelijk nooit meer verdienen dan 100% van zijn/haar oorspronkelijke loon. Het (teveel) verdiende loon wordt in mindering gebracht op zijn/haar ziektewetuitkering.
Naar Stap 3
Waarom bij ons een ARBO offerte aanvragen?
Testimonials
Benieuwd naar ervaringen van anderen met onze adviseurs?